Over wanderlustige backpackers, “waarom arme mensen gelukkiger zijn” en autonomie
tl;dr: In mijn omgeving hoor ik veel backpackers zeggen dat “mensen in arme landen zoveel gelukkiger zijn”. Ze denken aan de ratrace thuis en kijken met bewondering naar de eenvoudige levens van de locals op reis. In onze individualistische samenleving is iedereen bezig om zijn eigen succes en geluk te maximaliseren. Het voordeel is dat er oneindige mogelijkheden lijken te zijn voor iedereen die bereid is om het werk erin te stoppen dat nodig is. Tegelijkertijd is deze gedachte ook zeer beangstigend. Wie is er verantwoordelijk als jou dit allemaal niet lukt? Juist, alleen jijzelf. Deze prestatiedruk brengt een baseline niveau van angst met zich mee. Mensen zijn bang om te falen omdat ze niet aan de verwachtingen van de sociale norm kunnen voldoen. Wat doen wij hier in het westen verkeerd? Maar ook: wat doen we wel goed en wat kan beter?
Als er nu iets booming is dan is het wel backpacken in Azië. Westerlingen dalen met hun North Face rugzakken, frutjes en harembroeken massaal af naar het oosten om cultuur te snuiven. Vanaf het moment dat de rolkoffer in wordt geruild voor een backpack zijn ze geen toerist meer maar een backpacker. Eenmaal aangekomen op hun bestemming gaat er een wereld voor ze open.
Wat deze backpackers verspreid over mijn Instagram tijdlijn als snel opmerken is het volgende:
“Het is echt opvallend dat de mensen in deze arme landen zoveel gelukkiger zijn.” – wanderlustige backpacker
Iedere rimpel staat symbool voor 1 jaar geluk
Daarna volgt er een op idealistische leest geschoeid commentaar op ons kapitalistische systeem – een soort verkapte ode aan het minimalisme (want dat is nu ook hip enzo, zo’n echoënde witte kamer met een matras op pallets in het midden en lege fles Jack Daniels met een kaars erin als nachtlampje). De conclusie die daaruit volgt komt meestal neer op een less is more filosofie. Een oproep aan iedereen om te minderen.
“Kom op mensen, we zouden zoveel gelukkiger kunnen zijn als we genoegen namen met minder.” – wanderlustige backpacker
Niet vergeten een Monstera plant te kopen bij Loods 5
Op deze verre reizen zien we namelijk niemand die zich bekommert om meer Instagram followers. Ze zijn ook niet bezig met een strategische imago-oppoetsende en jaloezie-inducerende promotiecampagne van zichzelf, waarvan jij als buitenstaander het equivalent van mentale spetterpoep krijgt. Wat de mensen uit deze collectivistische culturen vooral doen is minder met zichzelf bezig zijn en meer met de mensen om zich heen. Mensen in landen als Azië zijn meer gefocust op tijd doorbrengen met familie en vrienden. Ook al hebben ze zelf niets, ze zullen je altijd eten of drinken aanbieden.
En juist in deze belangeloze gebaren ligt een eigenschap verborgen die in onze maatschappij bedolven is geraakt onder 30 kuub personal branding: aandacht voor de medemens. Het concept vrijgevigheid en het concept kapitalistische zijn moeilijk verenigbaar. Als we iets van onszelf aan een ander geven, zonder iets ervoor terug te hoeven, dan leveren we namelijk een deel van ons eigen succes in, wat ervoor zorgt dat we het risico lopen achter te raken op anderen.
Dit zit verankerd in onze mindset. En ik zal je uitleggen waarom dit walgelijk en geweldig tegelijkertijd is.
Started from the bottom
Wij hyperindividualistische westerlingen – die onszelf wekelijks van weekend naar weekend slepen om te eindigen met vijf cijfers op onze bankrekening – kijken naar dit gedrag met onze kin op onze knieën. In ons wilde westen worden we dagelijks geconfronteerd met een koude en haastige samenleving. De connectie die wij bij de locals op reis voelen, kennen wij thuis niet. Onze individualistische waarden zijn meer gericht op onze sociale status en bezittingen. Menselijke relaties zijn hier ondergeschikt aan. Alles draait om voorop raken in de ratrace door over de ruggen van anderen naar boven te klimmen.
Dun dun dun dun. Mijn melo-dramatische ik nam weer eventjes de overhand
Terwijl wij vrijwillige psychologische hara-kiri plegen om onze carrière en financiële positie verder te consolideren, kijken we met bewondering naar de simpliciteit en warmte waar deze mensen in leven. Hier lijken ze helemaal niet bezig te zijn met “ik”, “wat kan ik doen voor mezelf” of “waarom krijg ik op deze foto minder dan 100 likes”. Pas als we op reis zijn komen we erachter hoe nep en plastische we daadwerkelijk bezig zijn. Pas op het moment dat we in aanraking komen met armoede lijken we over het zelfbewustzijn te beschikken over hoe oppervlakkig we wel niet bezig zijn #rant #premradhakishun
En begrijp me niet verkeerd. Dit is wat ons als westen zo welvarend heeft gemaakt. Onze meritocratische samenleving heeft het mogelijk gemaakt om enorme sprongen te maken op de sociale ladder. Meritowatte? Mijn goede vriend Surfoloog – zelf ook geen onverdienstelijk schrijver – las mijn artikel en vond dat ik nogal aan het rondstrooien was met woorden die niemand begrijpt. Volgens hem zat ik weer “esoterisch te raaskallen”. Vandaar dat de moeite zal nemen om bepaalde begrippen in begrijpelijke taal uit te leggen, bijvoorbeeld wat zo’n meritocratische samenleving precies inhoudt:
Met andere woorden: het is niet meer net zoals vroeger, dat wanneer je een boerenzoon was, je verdoemt was om tot aan je pensioen aan vochtige uiers te trekken op houten kruk met splinters. Eens een boer altijd een boer. Stress over je sociaal-economische positie in de maatschappij had je niet echt. Die stond namelijk vast. Het enige wat je er zelf aan had kunnen doen was in een andere familie geboren worden. Niets dus.
Started from the bottom, now we’re… still at the Bottom Drake.
Ons huidige maatschappijmodel maakt het in theorie mogelijk dat de sociaal-economische positie van elk individu gebaseerd is op het werk dat hij erin stopt. Je hoeft je lot niet meer klakkeloos te accepteren. Bij jouw geboorte krijg je een meritocratische akte die je opzadelt met de totale autonomie over je gehele wakende leven. Met andere woorden: je krijgt wat je erin stop.
Als jij een wereldberoemde Canadese rapper wilt worden die eruit ziet als een Dominicaanse oom genaamd José op een zwembadfeestje, dan is dat volgens meritocratische standaarden mogelijk.
Autonomie
Autonomie is een mooi woord. We houden van autonomie. Als het voor ons stond, zouden we het inpakken met een rood strikje eromheen. Hoe meer keuzes we hebben, hoe fijner we het vinden.
Maar er zit ook een keerzijde aan de medaille. Zolang we succesvol zijn is er namelijk geen vuiltje aan de lucht. Echter, op het moment dat we falen of niet meer succesvol zijn is de meritocratische samenleving minder vergevingsgezind. De verantwoordelijkheid van je succes dragen impliceert namelijk ook dat je de verantwoordelijkheid over je falen moet dragen.
Uiteindelijk impliceert een grotere kans op succes ook een grotere kans om keihard op je bek te gaan.
Het is de prijs die we moeten betalen voor een grotere sociale mobiliteit. De open manier waarop onze samenleving is ingedeeld, maakt het mogelijk om te stijgen of dalen op de maatschappelijk ladder. Zo’n gestratificeerde samenleving is leuk, totdat je struikelt en keihard van je toplaagje rechtstreeks naar de bodem stuitert. Deze gedachte vinden wij mensen helemaal niks. Uit angst dat een dergelijke hypothetische situatie werkelijkheid wordt, dragen mensen als resultaat standaard een baseline niveau van twijfel met zich mee. M.a.w. we zijn altijd bang.
Meer mogelijkheden en keuzes kan dus ook demotiverend werken. Keuze verlamt mensen.
Mensen zijn bang dat ze het reilen en zeilen van de onstuimige samenleving niet bij kunnen benen. Ze zijn bang dat ze niet goed genoeg zijn of er niet toe doen. Ze zijn bang dat ze niet genoeg verdienen. Ze zijn bang dat de buurman binnenkort een mooiere auto gaat halen. Ze zijn bang om niet genoeg definitie op hun buik te hebben voor deze zomer. Ze zijn bang dat andere mensen gelukkiger zijn dan zij. Mensen zijn vaker bang dan goed voor ze is.
Simpelweg tevreden zijn met wat je hebt is niet genoeg meer tegenwoordig. Gelukkig zijn is niet meer voldoende.
“Wat willen we? MEER, MEER, MEER! En wanneer willen we het? NU, NU, NU!” – JIJ
Het wordt tijd om uit onze hedonic treadmill te stappen, waarin we voortdurende streven naar een perfecter leven, om er na een halve marathon achter te komen dat we op identiek hetzelfde punt zijn beland. Al die successen zijn leuk, zonder meer, maar het is dweilen met de kraan open. Wij mensen hebben de neiging om altijd weer terug te keren naar een stabiel niveau van geluk, ongeacht enorme positieve of negatieve veranderingen in ons leven.
In een loopwiel kan je ook rennen tot je een ons weegt, maar je zult nooit een stap verder komen dan het exacte punt waar je gestart bent.
Succes is een keuze; wat wil jij later worden?
Geluk is niet genoeg
Er hangt altijd iets bewonderenswaardigs heen om mensen die tevreden kunnen zijn met wat ze hebben. De oude vrouwtjes en vrolijke kindjes in Azië die plezier kunnen halen uit hun simpele dagelijkse bezigheden. Hier, aan de andere kant van de evenaar wordt het steeds moeilijker en moeilijker om rust te vinden. Dagelijks worden we gebombardeerd met de successen van anderen. Het maakt niet uit hoe groot of klein ze zijn, overal hangen we triomfantelijk een slinger omheen.
Meer is niet altijd beter. We kunnen elkaar stelselmatig blijven herinneren aan hoe geweldig en speciaal we zijn, maar wat schieten we daarmee op? Dat je dingen kunt verbeteren aan je leven, wil niet zeggen dat je dingen moet verbeteren.
Als ik mijn eigen wensen analyseer en mijn ENORME dromen probeer te visualiseren in een gestructureerd stappenplan gebeurt er meestal het volgende: niets. Ik kom op de proppen met een sexy en indrukwekkende lijst vol met voornamelijk arbitraire lang termijn doelen, zoals een goedlopend bedrijf voor mijn 40e of ‘A river flows in you’ van Yiruma foutloos leren spelen of een killer body krijgen, en uiteindelijk verdwijnen ze op de D schijf van mijn mentale computer. Om nooit meer terug gevonden te worden.
Het is grappig dat we onszelf doelen blijven stellen. Alsof het een soort veredelde hobby is om onszelf lekker bezig te houden en het er met anderen over te kunnen hebben. Misschien is het voor ons wel een manier om niet actief bezig te hoeven zijn met onze echte problemen? Misschien vinden we het heerlijk om door anderen geprezen worden? Of misschien weten we niet hoe we ons leven anders in moeten vullen.
Dit is geen betoog tegen verbetering. Dat is niet waar de schoen wringt. Ik bewonder mensen die de eigen regie voeren over hun wensen en idealen. Het gaat mij vooral om de waarom die jouw drang om te verbeteren drijft. Wat zorgt voor jouw obsessieve zucht naar een beter, sexyer, rijker, mooier en sneller leven? Waarom streef je deze idealen na?
Als je eerlijk naar jezelf kijkt, reflecteer dan een moment op je eigen gedrag en stel jezelf daarna de volgende vraag:
“Los van mijn ego, onbewuste narcistische neigingen die ik niet wil erkennen, of een drang naar validatie, wat drijft mij in de verbeteringen die ik doorvoer?” – de vraag die jij aan jezelf moet stellen
We hebben meer nodig dan een onophoudelijke focus op onszelf om gelukkig te worden. Het heeft geen zin om voortdurend ondergedompeld te zijn in ons eigen leven en onze eigen problemen. Tenzij je geïnteresseerd bent in de grote ‘me, myself & I’-marathon.
Ironisch genoeg kunnen we alleen een structurele drive ontwikkelen door op zoek te gaan naar iets anders. Iets dat groter is dan onszelf.
groetjes Zowie Zep
Ik modder ook maar wat aan.